LEON VERKADE - FILMMAKER

Project : Documentaire Cuby + The Blizzards 40 jaar de Blues



Veertig jaar ‘Cuby-blues’

Uit BN De Stem - Door Jacques Hendriks

Zaterdag 10 juni 2006 - ‘Toevallig’ kreeg ex-Roosendaler Léon Verkade de regie van een documentaire over 40 jaar Cuby + Blizzards in de schoot geworpen. Léon Verkade: ‘Sommige teksten van Harry Muskee kunnen echt niet.


AMSTERDAM – Vandaag gaat Léon Verkade (46) naar een feestje. Harry ‘Cuby’ Muskee viert in Grollo zijn 65e verjaardag. Natuurlijk is de maker van de documentaire op dvd ‘Cuby + Blizzards - 40 jaar de blues’ ook uitgenodigd. De in Wassenaar geboren Verkade werkt normaal bij het bedrijf Postoffice in Amsterdam, waar hij vooral reclamefilms monteert. Daarnaast werkte hij veelvuldig samen met Theo van Gogh, onder andere voor de film ‘Interview’, tv-serie ‘Medea’ en het praatprogramma ‘Krachtstroom’. De documentaire over de beroemdste bluesband uit de Nederlandse muziekhistorie is een leuke wending in de carrière van Verkade, die toch al kleurrijk genoemd mag worden. Hij leerde het vak monteren in Den Haag, vertelt hij. „Bij zo’n seksvideo-boer. Ik mocht op een gegeven moment SM-films ondertitelen. En porno-cartoons nasynchroniseren. Daar kwamen de flessen wodka bij op tafel, hoor, dolle pret. In het seksmuseum op de Wallen in Amsterdam draaien ze die cartoons nog steeds. Dus als ik een keer echt wil lachen, ga ik met wat vrienden daarheen. Hoor ik mijn eigen stem weer terug...“ Bij het Haagse bedrijf werden overigens ook ‘gewone’ video’s gemaakt van films als ‘Papillon’ en ‘Fanny & Alexander’. Anders zou Verkade misschien nooit aangenomen zijn bij Jongenelen Video Roosendaal. „Dat was een hele stap, van Den Haag naar Roosendaal verhuizen. Maar mijn toenmalige vriendin studeerde aan St. Joost in Breda, dat maakte het enigszins eenvoudiger. Ik ben er zeseneenhalf jaar blijven hangen. Eigenlijk te lang, want het is misschien lullig om te zeggen, maar op creatief gebied gebeurt het toch echt hier in Amsterdam.“
Zijn liefde voor muziek - Verkade was ook jarenlang drummer - leverde hem vorig jaar ‘de klus Cuby’ op. „Ik had al drie, vier documentaires over Cuby gezien waarin alleen Harry Muskee zijn verhaal vertelt. En een verfilming van het boek ‘De Missie’ van Jeroen Wielaert zag ik niet zitten, want ook dat is ‘Harry vertelt’. In 1999 had ik een film gemaakt over mijn klasgenoten van de lagere school in Wassenaar. Ik zocht ze allemaal op en liet ze één voor één aan het woord. ‘Dit is de vorm’, zei ik en ze zijn er voor gegaan. In twintig draaidagen heb ik dertig mensen geïnterviewd, vaak gewoon met zo’n klein cameraatje. Die mensen te pakken krijgen, was meestal geen probleem. Al die lui vinden het nog steeds heel speciaal dat ze in die band gezeten hebben.“ Alleen een van de ex-drummers, Herman van Boeyen - een ‘macro-idioot’ volgens Muskee - weigerde mee te werken. Het levert een vlotte documentaire op, met wel degelijk ook prachtige sfeerbeelden uit de jaren zestig. Juist door alle verschillende verhalen verveelt de film geen moment. Verkade is ook niet op zoek gegaan naar dé waarheid, hij laat de mensen elkaar regelmatig tegenspreken. Harry Muskee (als enige grotendeels geïnterviewd door Jan Douwe Kroeske, ‘omdat Harry de baas is en op een andere manier behandeld moest worden dan de rest’) vertelt bijvoorbeeld dat drummer Dick Beekman uit de band gezet werd omdat hij geld gejat had, terwijl Beekman zelf niet meer weet waarom hij de band verlaten heeft.

Liefdesverdriet

Het is een van de vele incidenten. De dvd leert ons dat de Drentse bluesband werkelijk met het ene na het andere probleem te maken kreeg. Falend management, voortdurend wisselende bezettingen (zeker twintig verschillende leden, van de originele bezetting is alleen Muskee over), drank en drugsmisbruik, onderlinge irritaties, de nukken van Muskee, geldproblemen, Herman Brood, die in de gevangenis belandde en natuurlijk dé inspiratiebron voor de echte blues: liefdesverdriet. Met de charismatische zanger Harry Muskee, de briljante gitarist Eelco Gelling (Verkade: ‘Een schat van een man’) en de grillige Herman Brood aan de piano had de band in de jaren zestig kansen genoeg om echt door te breken. Ze speelden met grootheden als John Mayall, Eddy Boyd en Van Morrison en kregen diverse keren de mogelijkheid om in Engeland op te treden, maar dan bleven ze op het laatste moment thuis omdat het hotel toch niet zou deugen of vanwege een andere smoes. Herman Brood - in 2001 kort voor zijn dood geïnterviewd door Albert Haar - zegt: ‘Het leek wel of Harry het prettig vond als we niet hoefden op te treden.’ Wat een verontwaardigde Muskee vervolgens nadrukkelijk ontkent. Dat interview met Brood, op een terrasje, zijn papegaai op de schouder, móest er wel bij, zegt Léon Verkade. „Ik ben eraan gekomen via de Stichting tot Behoud van het Cultureel Erfgoed van Harry Muskee. Voor de echte fans is het natuurlijk prachtig dat Herman praat over zijn Cuby-tijd en voor mij was dat interview een mooi begin.“ Bij die vraaggesprekken maakte Verkade gebruik van wat hij van Theo van Gogh geleerd had. „Het is belangrijk dat je je vooraf afvraagt wat je precies wilt weten. Waarom wil ik dit gesprek? Ook heb ik van Theo geleerd dat je je niet moet laten intimideren. Dat kwam me van pas bij Johan Derksen.“

Speed

De hoofdredacteur van Voetbal International is al vanaf de beginjaren een grote fan van Cuby + Blizzards en was zelfs enige tijd hun manager. Verkade: „Ik zei tegen Derksen tijdens het interview: ‘Ik heb begrepen dat je geregeld speed meenam voor Harry.’ ‘Daar wil ik het niet over hebben’, antwoordde hij. Toen heb ik de camera uitgezet en zei: ‘Johan, ik heb dat hele verhaal al in de krant gelezen.’ ‘Oké.’ Camera weer aan en hij vertelde een geweldig verhaal. Dat zijn vrouw hem een keer koffie gaf en zei dat ze niet zeker wist of er nu suiker of speed in zat, omdat die rommel altijd in het huis rondslingerde. Niet lang hierna zou Derksen om diverse redenen stoppen als manager. Zo vond hij de band te laks.“ Een van de hoogtepunten van de documentaire is het onderwerp Miep Huisman, de grote jeugdliefde van Harry Muskee. Nadat zij het uitgemaakt heeft en verhuisd is naar de Randstad, zit Muskee helemaal stuk. „Ik heb dagen op bed gelegen en draaide constant ‘When a man loves a woman’ van Percy Sledge“, vertelt hij. Zijn liefdesverdriet inspireerde hem tot het schrijven van prachtige nummers als de hit ‘Window of my eyes’ en ‘Somebody will know someday’. De kijker wordt even in onzekerheid gelaten. Leeft Miep nog? Hebben ze haar gevonden? Maar dan verschijnt ze in beeld. „Een innemend, lief mens“, aldus Verkade. Harry was trouwens niet haar eerste vriendje. „Ze had eerst met mij verkering“, biecht de tandeloze Eelco Gelling op. Maar ze dwong hem te kiezen. Tussen haar en zijn gitaar. „Onsmakelijk“, zegt Gelling, nog altijd vol onbegrip. Verkade: „Klassiek! Ik heb ook nog nooit een vriendin gehad die niet eerst van een ander bandlid was geweest, moet ik tot mijn grote schaamte bekennen.“ De film maakt duidelijk waarom Cuby + Blizzards nooit echt internationaal zijn doorgebroken. „Laat ik vooropstellen dat ik een echte fan ben. En dat het zeker niet aan de stem van Harry Muskee heeft gelegen. Die is nog altijd volstrekt uniek“, aldus Léon Verkade. „Maar bij Harry is het altijd zo geweest dat pas als hij het bordje ‘Drenthe’ zag, zijn hartslag weer een beetje normaal werd.“ „Als je het in het buitenland wilt maken, moet je daar ook gaan wonen. Dat geldt net zo goed voor de Golden Earring. Er zijn ook boze tongen, die beweren dat Harry niet durfde omdat hij zijn Engels te slecht vond. Maar Eelco vindt dat belachelijk. In Amerika denken ze gewoon dat je in een onbekend dialect van een andere staat spreekt. Het is wel zo dat sommige teksten van Harry echt niet kunnen. ‘I feel like a lonely tree’... dat is me van een Hazes-niveau!“ „Het ‘fenomeen Herman Brood’ zal ook niet geholpen hebben. Kijk, de Stones mochten ook naar Amerika komen, terwijl iedereen wist dat ze niet helemaal clean waren. Maar de Stones waren wel even iets anders dan de Blizzards, die hadden niets in Amerika. Geen hit, niks. Ik denk ook niet dat ze daar op een blanke bluesband uit Nederland zitten te wachten, daar zijn al meer dan zat bluesbands.“ „Eelco Gelling had het wel kunnen maken. Die speelde zo goed, die had zelfs bij de Stones terecht kunnen komen, of met Van Morrison mee kunnen gaan. Maar ja, hij geloofde in zijn eigen bandje. Wat ik zelf ook herken, je gaat er met z’n allen voor als je in een bandje zit.“

Freaky Fritz

Verkade kan het inderdaad weten, in zijn Roosendaalse tijd richtte hij Freaky Fritz op. De band deed rond 1990 een paar keer mee aan de Grote Prijs van Nederland, Verkade werd zelfs eens uitgeroepen tot ‘beste drummer’ maar een succes werd Freaky Fritz niet. „We waren vier zeer geïnspireerde kereltjes, gingen er helemaal voor en maakten geweldige, maar onverkoopbare muziek, é la Captain Beefheart en Zappa, maar dan zonder leuk te zijn. We gingen eens naar een concert in Paradiso van gitarist Marc Ribot, die met Elvis Costello en Tom Waits gespeeld had en een geweldige solo-cd gemaakt had. Daar kwamen maar 25 mensen op af! Toen dacht ik: Dat ze in Roosendaal onze muziek niet begrijpen, oké, maar in Amsterdam vinden ze blijkbaar ook geen reet aan dit soort muziek. Hier moet ik mee stoppen. Heel erg was dat. Een droom aan gort.“ „Mijn drumstel staat nog wel boven. Ik mag het niet wegdoen van mijn vriendin. Er is trouwens een kleine kans op een reünie-concert in Roosendaal. Ik heb het idee geopperd bij de andere jongens en gezegd dat ze maar vast moeten gaan oefenen.“